Retrospectief: Shadow of the Colossus

Geplaatst: 12 januari 2018 12:00

Potverdomme, wat heb ik zin in de remake van Shadow of the Colossus. De PlayStation 2 cult-classic heeft een duidelijke stempel in mijn gaming geheugen weten te drukken en de game komt te allen tijde voor in mijn boekje met tofste games die ik ooit heb gespeeld. Waarom eigenlijk? In eerste instantie is het namelijk niet een game die ik 1, 2, 3 zou opstarten. Toch doe ik dat nog regelmatig. Mijn trouwe PlayStation 2 slim staat hier gewoon te draaien in de huiskamer en je mag drie keer raden welke game toeren maakt. Precies, Shadow of the Colossus. Ter voorbereiding op de aankomende release vind ik het dan ook de perfecte aangelegenheid om eens een boekje open te doen over de game.

Shadow of the watte?

De jongere generatie gamers is er wellicht niet mee bekend, maar Shadow of the Colossus is een ware klassieker onder mijn generatie. De game die van origine is verschenen op de PlayStation 2 is ontwikkeld door Team Ico, bekend van Ico en het recent verschenen The Last Guardian, en is door Sony Computer Entertainment uitgegeven. Precies, het is een PlayStation-exclusive. De game stamt alweer uit 2005 en dertien jaar later krijgt de game een welverdiende remake zodat ook de jongere generatie met deze iconische game aan de slag kan.

Vroeger begreep ik eerlijk gezegd vrij weinig van het verhaal. Shadow of the Colossus moest het daar dan voor mij ook niet van hebben. Jaren later begrijp ik het wel en blijkt het een behoorlijk emotioneel epos waarbij verlies, liefde en roekeloosheid een centrale rol spelen. We nemen controle over hoofdpersonage Wander die zijn geliefde Mono tot leven probeert te wekken. Hij legt haar op een altaar en wordt aangesproken door een mysterieuze geest. Wil hij zijn geliefde tot leven wekken, dan dient hij acht kolossen te verslaan. Deze giganten teisteren het land en zijn werkelijk gigantisch. Wander twijfelt niet en stapt op zijn paard, Agro. Met behulp van een mysterieus zwaard dat licht uitstraalt, vind hij de kolossen en weet hij het kwaad te stoppen. Gaandeweg de strijd veranderd Wander echter, maar hij zet koste wat kost door met alle gevolgen van dien.

Verhaal is bijzaak

Zoals ik al zei, het verhaal is behoorlijk vaag, maar zijn we eigenlijk wel van Team Ico gewend. Zeer tof, maar vaag desalniettemin. Dat wat de game echter zo goed maakt, is het gevoel van vrijheid en ontdekking. Wander reist heel het verboden land door met zijn trouwe paard, Agro. Door zijn zwaard de lucht in te steken, schijnt er een lichtstraal in de richting van een kolos. Eenmaal aangekomen is het altijd een genot. Iedere kolos is weer anders, zo is er een vogel, vis, stier en ga zo maar door. Het doel is om de kolos te beklimmen waarbij de vacht, die sterk doet denken aan mos, veelal de houvast biedt. De kolos gaat echter niet zonder strijd ten onder en het komt dan ook meer dan eens voor dat je eraf gedonderd wordt. Dat klimmen doe je om de zwakke plekken te bereiken. Met een krachtige zwaardsteek doorboor je de zwakke plek en laat je het zwarte bloed de lucht in spuiten. I love the smell of Colossi blood in the morning.

Het afmaken van zo'n kolos voelt telkens bitterzoet. De giganten hebben je immers niets aangedaan. De impact daarvan is niet alleen merkbaar in je eigen gemoedstoestand, ook Wander vertoont namelijk tekenen van uitputting. Hij wordt bleker, zijn kleren worden smoezelig en je merkt dat hij met iedere verslagen kolos afzwakt. De sfeer is dan ook tot in de puntjes verzorgd, iets wat we van Team Ico wel gewend zijn. Dit is de game die Team Ico, en daarbij Japanse games, voor mij op de kaart hebben gezet. Het is dan ook een godsgeschenk dat de remaster binnenkort uitkomt. Het origineel heeft namelijk wel wat mankementen die vooral tijdens het klimmen prominent aanwezig zijn. Daarbij zijn de graphics flink opgepoetst en dat kan de hele ervaring alleen maar ten goede komen. Lang wachten is gelukkig niet nodig. De game verschijnt op 6 februari aanstaande. Zijn jullie net zo enthousiast als ik?

Rudy Wijnberg Head of Media

Als het gaat om passief sporten is Rudy een kei gezien hij regelmatig menig vechtersbaas tegen de vloer nokt en tanden laat rapen. Toch is hij niet vies van andere genres. Onder het motto “je moet toch alles in je leven geprobeerd hebben” experimenteert onze Amsterdammer zo nu en dan eens wat. Niet altijd even succesvol, geduld is namelijk niet echt zijn sterkste punt, net als een gracieuze winnaar zijn gedurende menig fighter…

Lees meer