Drie van die: Call of Duty WWII multiplayer verbeteringen

Geplaatst:
Aangepast: 1 januari 2018 00:00

Lang hebben we moeten wachten op een deel in de Call of Duty-serie dat meer terug moest gaan naar zijn roots. Terug is de tragere, maar meer overzichtelijke gameplay van de multiplayer. Weg is het overdreven hoog kunnen springen met een snelheid waar zelfs The Flash jaloers op zou zijn. Er is hier en daar wat creatieve vrijheid genomen, maar wat je overhoudt, is een dijk van een multiplayer die toffe dingen laat zien. Tijdens de speelsessie van de bèta was ik al zeer verrast en nu ik de game in mijn bezit heb, licht ik hierbij een drietal eigenschappen toe die in mijn ogen een flinke vooruitgang zijn ten opzichte van de laatste delen.

Koning, Keizer, Admiraal, gebalanceerde gameplay willen we allemaal

Laat ik vooropstellen, de hyperactieve gameplay van de voorgangers Advanced & Infinite Warfare alsmede Black Ops 3 (die ik overigens de beste van deze drie vind) is niet aan mij besteed. Als ik een dergelijke shooter wil spelen, start ik ouderwets Unreal Tournament wel op. De setting kan mij niet bekoren en tegelijkertijd zijn de games behoorlijk matig in balans. Niet alleen in gameplay maar ook op technisch vlak (met name geluid). Zoals hierboven omschreven, was ik door de bèta aangenaam verrast. Maar we moeten objectief blijven. Want wat je ook vindt van de serie, het is duidelijk dat qua gameplay de serie was doorgeslagen. De balans was zoek. De gimmick werd een doel op zichzelf. Als je niet in de moderne setting je game had opgebouwd, kon je niet mee. Dit was ook precies de reden dat veel gamers de serie meer en meer beu waren en veel mensen overstapten naar de concurrentie. Door de snelheid wat terug te schroeven en meer horizontale gameplay toe te passen, is het overzicht weer terug. Je kunt nu net wat beter tactisch spelen (nee, dan heb ik het niet over campen), Geluidstechnisch is de game ook weer beter en hoor je hoe dan ook echt goed waar de schoten vandaan komen. Killstreaks zijn minder eenvoudig te behalen en goed in balans, terwijl ze toch goed te besturen zijn (ik kijk naar jou XS1 Vulcan). Een tactische zet zijn ook de Divisions. Het lijkt zo logisch dat je een bepaalde class aanmaakt en daar de specifieke voor- en nadelen bij krijgt dankzij de perks. Dat is niet zo. Dit negatieve effect in CoD: WWII is daarom behoorlijk: weg is de overpowered SMG en weg zijn de supersterke perks. Per klasse heb je zo de eigenschappen die dan niet meer dusdanig versterkt worden door een bepaald wapen te combineren met een perk of ability zoals de Rigs. Uiteraard zal het e.e.a. nóg beter in balans worden gebracht want ook daar ontkomt deze game niet aan omdat er wel enkele te sterke wapens in zitten. Toch voelt de balans in de game een stuk beter aan dan bij de voorgangers het geval was. Op lange termijn moet deze balans enkel beter worden.

HQ: beter goed gejat dan slecht bedacht

Het sociale aspect wordt een steeds belangrijker aspect in gaming. Games bevinden zich steeds meer online en ook Call of Duty ontkomt hier niet aan. De serie staat juist bekend om de online multiplayer en daarom heeft Activision heel goed gekeken naar een andere game uit eigen huis, Destiny. Waar in Destiny The Farm belangrijk is als sociale ontmoetingsplaats, is HQ dat voor Call of Duty. Het is een digitaal trainingskamp. Van Shooting Range tot Theater, je kunt met je medesoldaten een hard een potje chillen. Daarnaast kan je middels interactie nieuwe doelstellingen kopen in de vorm van Missies en Contracten bij De Quartermaster of de Major. Deze doelen behaal je in de multiplayer om rewards te kunnen krijgen, dankzij de welbekende supply drops. Dit zijn bijvoorbeeld XP bonussen of uiterlijke aanpassingen voor je wapen of character. Geen grote invloed op de gameplay zelf gelukkig. Kleine hulpmiddelen zoals het oefenen met de killstreaks, het customizen van je wapen, je eigen emblem maken (de interface lijkt behoorlijk op die van Forza Motorsport, al is deze niet zo uitgebreid). Maar het allertofste: R&R. Old-school Activision spellen spelen. Een enkeling heb ik daadwerkelijk op de Atari 2600 gehad. Zie het meer als een ontspannen moment tussen al die potjes schietgeweld. Het voelt passend in de game voor als je even geen potje wil schieten. Alhoewel, ook hier kan je knallen maar dan één tegen één. Laat maar eens zien aan de hele wereld of jij daadwerkelijk de beste bent. Ik niet in ieder geval.

Make War not Love

Toevoegingen van gamemodi zijn vaak varianten op een bepaald concept. Helaas mist het dan vaak de uitwerking zoals de ontwikkelaar voor ogen heeft. Uiteindelijk draagt het niet veel bij in de beleving en hangt de modus er een beetje als vijfde wiel bij. De gamemode War is an sich niet geheel origineel, maar wel voor de Call of Duty-serie. Door objectives uit te voeren, kom je verder in een bepaald level. De tegenstander moet jou tegen zien te houden. Het aantal kills is hierbij niet van belang, waardoor de objectives een hogere prioriteit krijgen. Bovendien komt in deze modus echt de samenwerking naar boven, dus een teamplayer zijn is hierbij echt van belang. Het is behoorlijk pittig en in je eentje doorbeuken werkt niet. Het is tenslotte geen free-for-all. Zo lag ik letterlijk aan de weg te timmeren, oké een brug, maar ondanks dat ik doodgeschoten werd (en vaak ook) bleef ik proberen die doelstelling te behalen terwijl mijn teamgenoten het andere team probeerde af te leiden. Leuker is het als je de tegenstander van dit soort doelen moet afhouden. Het wordt dan flink knallen en opletten, want soms kan het alsnog hard gaan en rukt je tegenstander op. Het is hopen dat er snel meer maps beschikbaar komen, gratis overigens zodat de levensduur van deze modus langer wordt dan nu het geval is. Een kleine eervolle vermelding is er voor Gridiron maar dat was al te vinden in Unreal Tournament.

Het gebruikte beeldmateriaal in dit artikel is gecaptured tijdens onze speelsessie op de Xbox One.

Lees meer